De juiste stimulering met elektronische prikkels van de zenuwen in de arm zorgt er voor dat mensen een complexe bewegingstaak beter kunnen aanleren. Hun hersenen blijken  tijdens het leren van de beweging bovendien actiever te zijn, waardoor mensen ook weer beter presteren op deze taak. Dit is van groot belang bij het opnieuw aanleren van bewegingen na neurologische aandoeningen. Dit blijkt uit onderzoek van bewegingswetenschapper Menno Veldman van het Universitair Medisch Centrum Groningen. Hij promoveert op 13 december aan de Rijksuniversiteit Groningen.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Veroudering en neurologische aandoeningen zorgen voor een verminderde kwaliteit van de bewegingen van mensen en verminderd vermogen om nieuwe vaardigheden te leren. Om de nauwkeurigheid van bewegingen te vergroten is het mogelijk om gebruik te maken van het aanpassingsvermogen van het brein door zenuwen in de arm te stimuleren met lage intensiteit. Dergelijke zenuwstimulatie heeft niet alleen effect bij gezonde volwassenen, maar ook bij patiënten met bijvoorbeeld een beroerte of dystonie. Om de effecten van zenuwstimulatie te kunnen vergroten is het belangrijk om precies te weten hoe dit de kwaliteit van bewegingen verbetert.

Voor zijn onderzoek ontwikkelde Menno Veldman een model dat voorspelde welke hersengebieden en hersenconnecties betrokken zijn bij de effecten van zenuwstimulatie. Hij ging na of 20 minuten zenuwstimulatie de prestatie op een complexe bewegingstaak verbetert en hoe lang deze effecten aanhouden na de stimulatie. Hij deed dit bij 100 gezonde jonge volwassenen. Daarnaast bekeek Veldman of er een verband is tussen het leren van de complexe bewegingstaak en de hoeveelheid activiteit en connectiviteit in de hersenen.

Uit de resultaten van zijn onderzoek blijkt dat deze vorm van zenuwstimulatie inderdaad leidt tot het beter leren van een complexe bewegingstaak. Zijn onderzoek liet zien dat zenuwstimulatie leidt tot verhoogde hersenactiviteit en hersenconnectiviteit. Met name in drie hersengebieden waren extra prikkels waar te nemen: primaire motor context, sensorische- en parietale cortex. Deze extra hersenactiviteit hangt samen met de verhoogde prestatie op de complexe taak. Bovendien bleek dat dit effect tot zeven dagen na de stimulatie kan aanhouden. Het effect van de zenuwstimulatie trad niet alleen in de geprikkelde arm op, maar verbeterde ook de bewegingsprestatie in de niet-gestimuleerde hand.

Volgens Menno Veldman laat zijn onderzoek zien dat zenuwstimulatie een manier is om bewegingen beter aan te leren. ‘Dit kan de negatieve gevolgen van veroudering en van neurologische aandoeningen tegengaan. Met zenuwstimulatie kunnen we de kwaliteit van bewegingen van mensen vergroten. Dit draagt zeker bij aan hun kwaliteit van leven en aan gezond ouder worden.’