Trendrapport Bewegen en Gezondheid 2000-2014

223

Het trendrapport is een samenvattend rapport van 14 jaar onderzoek naar Ongevallen en Bewegen in Nederland (OBiN). De eerste meting vond plaats in 2000. Per 2015 is OBiN gestopt en is VWS voor de monitoring van de kernindicatoren sport en bewegen overgegaan op de Leefstijlmonitor (Gezondheidsenquête, CBS/RIVM) en de Vrijetijdsomnibus (CBS/SCP). Over deze kernindicatoren is begin dit jaar gerapporteerd in de Rapportage Sport 2014 van het Sociaal en Cultureel Planbureau. Inmiddels zijn de kernindicatoren tevens ontsloten via de RIVM-website www.sportopdekaart.nl (www.volksgezondheidenzorg.info). Op basis van de Leefstijlmonitor en de Vrijetijdsomnibus zullen RIVM en SCP trends blijven analyseren, zowel uit het verleden als naar de toekomst. Het laatste zal in 2016 leiden tot een nieuw product: de Sport Toekomst Verkenningen.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

WOOHOO!!

Het trendrapport geeft een totaal overzicht van de ontwikkelingen met betrekking tot sportdeelname, lichaamsbeweging en sportblessures over de periode 2000- 2014 op basis van OBiN. Hieraan is meegewerkt door de vaste partners binnen het OBiN-consortium: het Mulier Instituut (sportdeelname), VeiligheidNL (sportblessures) en TNO (beweeg- en zitgedrag). TNO heeft de eindredactie van het trendrapport verzorgd.

De bevindingen

In de afgelopen 15 jaar is een sterke groei te zien van het aantal Nederlanders dat voldoende beweegt volgens de beweegnorm, van ruim de helft naar bijna driekwart van de volwassen bevolking. Groepen die achterblijven op beweeggebied zijn enerzijds kinderen en jongeren, voor wie een strengere beweegnorm geldt, en anderzijds chronisch zieken en ouderen als het gaat om intensief bewegen (fitnorm). Het zitgedrag gedrag is in OBiN pas vanaf 2006 gemeten en laat nog geen duidelijke trend zien. De medische kosten van een aantal ziekten (zoals diabetes en hart- en vaatziekten) als gevolg van onvoldoende beweging worden voor 2014 berekend op 471 miljoen euro per jaar. Bij de laatste meting is voor het eerst ook depressie meegenomen in de berekening. Inclusief depressie worden de medische kosten als gevolg van onvoldoende beweging berekend op 793 miljoen euro per jaar.

Het aantal sportblessures is in de laatste jaren sterk toegenomen. Vooral jeugdige sporters raken vaker geblesseerd. In het trendrapport wordt een mogelijke verklaring gezocht in afnemende fitheid. Ook de volwassen sporters lopen meer sportblessures op. Deels komt dit doordat Nederlanders meer zijn gaan sporten, maar ook de kans op een blessure is toegenomen. De jaarlijkse directe medische kosten ten gevolge van sportblessures worden in 2014 geschat op 530 miljoen euro per jaar.

Standpunt

Het Trendrapport laat mooie resultaten zien als het gaat om het percentage Nederlanders dat voldoende beweegt en aan sport deelneemt. De bevinding dat het aantal sportblessures is toegenomen is zorgelijk.

Het nieuwe programma focust zich op sporten met de hoogste aantallen sportblessures en richt zich zowel op sporters die georganiseerd en ongeorganiseerd sporten, als op jonge en oudere sporters.

Download het trendrapport (PDF)
Bron: MinVWS