Op vrijdag 1 juli aanstaande (9.45 uur, aula Vrije Universiteit Amsterdam) hoopt drs. Inge van de Oever te promoveren op haar onderzoek “Cardiovascular risk reduction in rheumatic diseases. How can it be achieved?” Haar proefschrift levert nieuw bewijs over het verband tussen ontsteking en een verhoogd risico hart- en vaatziekten (HVZ) bij reumatische gewrichtsziekten.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

De bevindingen suggereren dat een optimale behandeling van ontsteking bij reuma-ontstekingsziekten zoals reumatoïde artritis (RA) niet alleen ziekteactiviteit, maar ook het risico op hart- en vaatziekten vermindert. Daarnaast wordt ook aangetoond wordt dat traditionele HVZ risicofactoren bijdragen aan een hoger risico op hart- en vaatziekten bij reumatoïde artritis patiënten, maar dat hier in de praktijk veel te weinig aandacht aan wordt geschonken.

In het proefschrift wordt het verband tussen ontsteking en een verhoogd cardiovasculair risico in RA op verschillende manieren bevestigd. De verhoogde prevalentie van ontstekingscellen en CML in de kransslagaders en hartspier van RA patiënten versus controles laat de directe werking van ontsteking op hart en bloedvaten zien. Maar ook HVZ risicofactoren, zoals IR, het lipidenprofiel en de lichaamssamenstelling worden beïnvloed door ontsteking, waardoor een totaal proatherogeen profiel ontstaat bij RA patiënten met actieve ziekte. Deze bevindingen suggereren dat een optimale behandeling van ontsteking bij RA niet alleen ziekteactiviteit maar ook het HVZ risico verminderen. Dit wordt ook geïllustreerd in dit proefschrift, omdat anti-TNF-therapie niet alleen effectief blijkt in het verbeteren van IR en β-cel functie in RA, maar ook in het verbeteren van de lichaamssamenstelling en de HDL-eiwitsamenstelling.

Bovendien toont het proefschrift dat zowel in RA als in AS traditionele HVZ risicofactoren bijdragen aan een hoger HVZ risico. Helaas blijkt dat de meerderheid van RA en AS patiënten met een hoog HVZ risico, vooralsnog niet of onvoldoende wordt behandeld om het HVZ risico te reduceren. Dit suggereert dat het optimaliseren van de screening en behandeling van HVZ risicofactoren bij deze patiënten waarschijnlijk een effectieve manier is om het verhoogde HVZ risico te verminderen.