Nederlandse Zorgautoriteit: nieuwe marktmeester in de zorg

39

De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) wordt de marktmeester in de gezondheidszorg. Dit staat in het wetsvoorstel Wet marktordening gezondheidszorg (WMG) dat vandaag bij de Tweede Kamer is ingediend. Het wetsvoorstel gaat over het toezicht en de spelregels voor meer gereguleerde marktwerking in de gezondheidszorg. Het is één van de wetten en het sluitstuk van het nieuwe zorgstelsel.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

De NZa neemt de taken over van het College tarieven gezondheidszorg (CTG) en van het College van toezicht op de zorgverzekeringen (CTZ). Zij gaan op in de NZa.

Minister Hoogervorst van VWS wil met het nieuwe zorgstelsel patiënten en verzekerden, zorgaanbieders en verzekeraars meer ruimte voor eigen keuzes en meer eigen verantwoordelijkheid geven. De overheid blijft de kwaliteit, toegankelijkheid en betaalbaarheid van de zorg garanderen. De NZa bewaakt, samen met de Inspectie voor de Gezondheidszorg, deze publieke doelstellingen. De Inspectie let daarbij op de kwaliteit van de zorg. De NZa houdt in de gaten dat het introduceren van meer marktprikkels goed verloopt en dat de verzekeraars de Zorgverzekeringswet en de AWBZ goed uitvoeren.

De NZa komt (ook) op voor de belangen van de patiënten en verzekerden. Consumenten moeten de voor hen beste zorgaanbieder kunnen kiezen, de voor hen beste verzekeraar en welke polis voor hen het meest geschikt is. Daarvoor is goede en goed te vergelijken informatie nodig. De NZa kan daarover regels stellen aan aanbieders en verzekeraars.

Het markttoezicht van de NZa vult het toezicht aan van de Nederlandse Mededingingsautoriteit over eerlijke mededinging. De NMa bewaakt fusies, het kartelverbod en het verbod op misbruik van machtspositie van ondernemingen. De NZa gaat de nieuwe markten die in de zorg gaan ontstaan op gang brengen. Ook let zij erop of het introduceren van meer marktelementen succes heeft.
De NZa stelt de prijzen voor zorg vast in situaties waar die nog niet aan de onderhandelingen tussen aanbieders en verzekeraars kunnen worden overgelaten.

Minister Hoogervorst wil de wet zo snel mogelijk, bij voorkeur per 1 januari 2006, in werking laten treden. Vanaf dat moment gaat de NZa officieel van start en moet ze ook operationeel zijn. Het CTG en het CTZ werken daar ook naar toe.

Bron: MinVWS