ITB-Therapy vermindert spasticiteit en pijn na CVA

93

Spasticiteit treft jaarlijks 65% van de patiënten die een beroerte hebben gehad. Voor velen van hen is de behandeling volgens de standaardtherapie niet optimaal. Het Maastricht UMC+ doet als enig Nederlands ziekenhuis mee in een groot internationaal onderzoek, om te onderzoeken wat de voordelen zijn van ITB-Therapy® (IntraThecale Baclofen-Therapie) bij patiënten met spasticiteit die een beroerte hebben gehad. De eerste patiënt is inmiddels succesvol behandeld.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Spasticiteit
Spasticiteit, dat wil zeggen een te hoge onwillekeurige spanning in de spieren, komt voor bij beschadiging van hersenen of ruggenmerg. Het kan rond de geboorte ontstaan, of later door bijvoorbeeld een zware hersenschudding, een dwarslaesie, of een ziekte zoals MS. Voor deze aandoeningen wordt ITB-Therapy al meer dan vijftien jaar in gespecialiseerde centra toegepast. Het is op dit moment de standaardbehandeling voor deze patiënten met ernstige spasticiteit die niet reageren op orale geneesmiddelen en fysiotherapie.

Beroerte
Maar voor mensen met spasticiteit na een beroerte wordt de therapie nog nauwelijks toegepast, waarschijnlijk door onbekendheid hiermee. ITB-Therapy behandelt ernstige spasticiteit met een programmeerbare pomp. Die bevindt zich onder de huid van de buik van de patiënt en wordt aangesloten op een katheter.

Eenmaal op hun plaats geven pomp en katheter antispastische medicatie rechtstreeks af in de vloeistof rond het ruggenmerg; daar waar de medicatie het meest effectief is. Deze rechtstreekse afgifte in het ruggenmerg zorgt ervoor dat voor ITB-Therapy een veel lagere medicatie-dosis nodig is (tot 300x) in vergelijking met orale behandelingen, maar met dezelfde vermindering van spasticiteit. Bovendien worden zo de gebruikelijke bijwerkingen vermeden die optreden bij orale farmacotherapieën.

Europees
Het onderzoek vindt plaats in Europees verband in de Spasticity In STrokE Randomised Study (de SISTERS-studie). In Maastricht gebeurt dit onder leiding van revalidatie-arts dr. Joop Ruijgrok. Hij is enthousiast over ITB-Therapy: “Het kan de kwaliteit van leven flink verbeteren van patiënten wier leven volledig is verstoord door een beroerte en de belemmerende en uitputtende symptomen van spasticiteit. Met deze studie willen wij aantonen dat er voor velen van hen een manier is om spasticiteit onder controle te krijgen.”

De SISTERS-studie wil de effectiviteit van ITB-Therapy bij spasticiteit na een beroerte bewijzen en onderbouwen, waardoor zorgverleners beslissingen kunnen nemen over de behandeling van patiënten  die niet voldoende reageren op orale geneesmiddelen en fysiotherapie.
De onderzoekers hopen belangrijk klinisch bewijs te leveren om de voordelen te bevestigen die tijdens eerdere niet-gecontroleerde studies en in casusrapporten van patiënten met spasticiteit gerapporteerd werden. Een significante vermindering van spasticiteit kan een verhoging van de mobiliteit van de patiënt betekenen, een verbeterd functioneren en een vermindering van de aan spasticiteit gerelateerde pijn. Patiënten kunnen hierdoor meer onafhankelijkheid bereiken in het dagdagelijkse leven.

Levenskwaliteit

“Dit alles heeft een aanzienlijke impact op de levenskwaliteit van de patiënt,” aldus dr. Ruijgrok “Dit zijn zeer belangrijke doelstellingen  voor de revalidatie van CVA patiënten. Bovendien is de behandeling kosten-effectief, omdat patiënten hierna minder verzorging en fysiotherapie nodig hebben.”

CVA
CVA’s Beroertes zijn een grote oorzaak van invaliditeit,  met jaarlijks 15 miljoen nieuwe gevallen wereldwijd,  en met jaarlijks meer dan 1 miljoen mensen uit West-Europa die een beroerte krijgen. Van deze patiënten heeft tot 65 procent in meer of mindere mate last van spasticiteit als gevolg van de beroerte en voor velen van hen zijn orale geneesmiddelen en/of fysiotherapie niet voldoende om de spasticiteit onder controle te krijgen. Patiënten met spasticiteit als gevolg van een beroerte hebben een verminderde functie en een lagere kwaliteit van leven dan patiënten zonder de aandoening.

SISTERS
De SISTERS-studie is een internationale studie die plaats vindt op 20 plaatsen in Europa en de Verenigde Staten, waaronder Europese centra in Oostenrijk, België, Duitsland, Italië, Spanje en het Verenigd Koninkrijk. Het primaire eindpunt is de vermindering van de spasticiteit na zes maanden behandeling met ITB Therapy en fysiotherapie, in vergelijking met patiënten die worden behandeld met orale medicatie en fysiotherapie.
Onderzoeken die patiënten ondergaan zijn onder meer een getimede looptest (10 meter), andere functionaliteits- en onafhankelijkheidstesten, een ‘goal attainment scale’ die het behalen van een voor de patiënt zelf specifiek doel meet, en verder ook een pijnmeting, de tevredenheid over de behandeling, de kwaliteit van leven en de veiligheidsaspecten (bijwerkingen).

Verscheidene eerdere klinische studies lieten zien dat ITB-Therapy een directe positieve impact heeft op patiënten die een beroerte hebben gehad. Tijdens andere studies werd bij 89 procent van de patiënten met ernstige spasticiteit een vermindering van de spasticiteit en de aan spasticiteit gerelateerde pijn waargenomen. In geval van multiple sclerose en ruggenmergletsel werd bij patiënten na behandeling met ITB-Therapy een vermindering van 92 procent van de symptomen van spasticiteit waargenomen.

Eveneens aangetoond is dat ITB-Therapy de mobiliteit, het dagelijks functioneren en de kwaliteit van leven verbetert, dat de pijn bij de patiënten wordt verzacht en dat zij minder afhankelijk zijn van medische zorg.
ITB-Therapy helpt bovendien de financiële zorglast van spasticiteit te verlichten door artsen en zorgverleners te helpen de functie van de patiënten te verbeteren en de patiënten comfort te bieden.

Tot op heden is ITB-Therapy in West-Europa gebruikt bij meer dan 15.000 patiënten, voor de behandeling van spasticiteit die niet voldoende kon worden behandeld met orale medicatie, waaronder ook bij mensen met cerebrale parese, dwarslaesie en multiple sclerose.

Bron: azm.nl