Oefentherapie bij artrose van heup en knie kan voor maximaal twaalf behandelingen in het basispakket opgenomen worden. Het gaat hierbij om oefentherapie onder supervisie van een fysio- of oefentherapeut, waarbij de behandeling meestal acht tot twaalf weken duurt. Oefentherapie bij reuma heeft géén plaats in het basispakket. Dat adviseert het Zorginstituut in het rapport ‘Fysio- en oefentherapie bij artrose aan heup en knie, reumatoïde artritis en spondyloartritis en radiculair syndroom (hernia) met motorische uitval’ aan minister Schippers van VWS, die om de adviezen gevraagd had.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Oefentherapie bij artrose: effectief en besparend

Oefentherapie bij artrose van knie en heup is bewezen effectief. Daarom adviseert het Zorginstituut om deze behandeling in het basispakket op te nemen. De vergoeding geldt voor maximaal twaalf behandelingen per periode van twaalf maanden. In de praktijk is gebleken dat wekelijks een behandeling gedurende acht tot twaalf weken gemiddeld voldoende is om een patiënt de oefentherapie aan te leren. Daarna kan de patiënt dit zelf in de thuissituatie of in de sportschool voortzetten.

Als oefentherapie in het basispakket wordt opgenomen op de manier die het Zorginstituut voorstelt, resulteert dat in een besparing van 5 miljoen euro per jaar, vooral als gevolg van uitstel van protheseplaatsingen.

Oefentherapie bij reuma niet in basispakket

Voor reuma (reumatoïde artritis en spondyloartritis) concludeert het Zorginstituut dat de effectiviteit van oefentherapie onder supervisie van een fysio- of oefentherapie niet bewezen is. Daarom adviseert het Zorginstituut de minister van VWS deze behandeling niet in de basisverzekering te nemen. Dit advies is in lijn met eerdere adviezen die het Zorginstituut over het inzetten van oefentherapie bij reuma heeft uitgebracht.
Ook adviseert het Zorginstituut om na te gaan of via het programma voor voorwaardelijke toelating – of via bestuurlijke afspraken met de paramedische sector – tot financiering van methodologisch goed onderzoek naar deze interventie kan worden gedaan.

Oefentherapie bij rugklachten in brede zin onderzoeken

Over de inzet van oefentherapie bij het radiculair syndroom (hernia) met motorische uitval brengt het Zorginstituut geen apart advies uit. Het merendeel van de patiënten met deze aandoening wordt namelijk conform de richtlijnen verwezen naar de neuroloog voor behandeling. Dit geldt echter niet voor andere rugklachten, zoals aspecifieke lage rugklachten of hernia zonder motorische uitval. Daarom adviseert het Zorginstituut om de effectiviteit en kosteneffectiviteit van de inzet van oefentherapie voor deze aandoeningen, en de eventuele besparingen die daaruit voortkomen, nader te onderzoeken.