In juni 2017 hebben het KNGF, Stichting Keurmerk Fysiotherapie (SKF), Paramedisch Platform Nederland (PPN), Patiënten Federatie Nederland (PFN), Zorgverzekeraars Nederland (ZN) en het ministerie van VWS een hoofdlijnenakkoord voor de paramedische zorg (HLA PZ) gesloten. Dit HLA PZ is vooral een kwaliteitsakkoord en bevat bouwstenen om het fundament te leggen voor een coherent en structureel kwaliteitsbeleid. Daarnaast zijn er ook afspraken gemaakt over contractering en regeldruk.

- tekst gaat verder na deze advertentie -


FysioVacature, de vacaturesite voor de fysiotherapeut

Bijzonder resultaat

Het geheel aan afspraken van het HLA PZ is een bijzonder resultaat. Niet eerder zaten het ministerie van VWS, de brancheorganisaties van zorgaanbieders, patiënten en zorgverzekeraars op deze wijze samen om tafel om zich gezamenlijk in te zetten voor een betere zorg. Minister Bruins heeft onlangs in een brief aan de Tweede Kamer toegelicht hier trots op te zijn. Daarnaast heeft de minister aangegeven dat er sindsdien resultaten worden geboekt op de belangrijkste pijlers uit het akkoord. Ook de zorgverzekeraars zijn tevreden met de tot nu toe bereikte resultaten. Mede met het oog op het aankomende inkoopseizoen van paramedische zorg geven zij hieronder graag een toelichting op deze behaalde resultaten en de laatste stand van zaken uit het akkoord. Hoe ver zijn de partijen inmiddels?

Kwaliteitsprojecten beginnen vorm te krijgen

Bij de afspraken over de kwaliteitsprojecten gaat het onder meer om het opstellen van een onderzoeksagenda waarbij belangrijke ‘patiënt journeys’ en toegevoegde waarde van de paramedische zorg in kaart worden gebracht. Verder wordt informatie over de kwaliteit van zorg inzichtelijk gemaakt, onder meer door patiëntervaringen te meten en de kwaliteitsregisters van de professionals toegankelijk te maken. De kwaliteit van de zorgverleners is straks transparant en wordt geborgd door de kwaliteitsregisters van de verschillende beroepsgroepen.

Ook worden er stappen gezet om de juiste zorg aan de juiste patiënt op het juiste moment op de juiste plek te realiseren. Dit wordt gerealiseerd door een optimale samenhangende organisatie van zorg en het gebruik van tripartite erkende en ontwikkelde uitkomstmetingen. Deze projecten hebben ongeveer een looptijd tot eind 2018. Aan de hand van een implementatieagenda wordt duidelijk welke concrete vervolgstappen er gezet zullen worden.

Van behandelindex naar resultaatindex

Naast afspraken over kwaliteit gaat het HLA PZ ook over doelmatigheid van zorg. Met de behandelindex voor fysiotherapie wordt praktijkvariatie in kaart gebracht.

In het HLA PZ zijn twee specifieke afspraken gemaakt over de behandelindex. Het gaat om het gebruik van een uniforme rekenmethodiek en het commitment van alle zorgverzekeraars om daarvan gebruik te maken. Daarnaast is er overeenstemming over het ontwikkelen en verstrekken van informatie over de methodiek en interpretatie van de behandelindex.

De ambitie van de partijen reikt inmiddels verder dan deze afspraken. Voor het vervolg is een traject opgenomen om de behandelindex door te ontwikkelen om te komen tot één landelijke behandelindex op basis van alle gegevens van zorgverzekeraars gezamenlijk. Ook worden de eerste stappen richting een resultaatindex gezet. Deze doorontwikkeling was een advies dat uit het validatierapport van de behandelindex voortkwam. Hiervoor is een plan van aanpak opgesteld dat inmiddels is goedgekeurd door alle betrokken partijen.

Volgens planning wordt dit jaar een doorontwikkelde versie van de behandelindex gemaakt en wordt de agenda opgesteld om tot een resultaatindex te komen. Deze doorontwikkelde behandelindex wordt dit jaar door een onafhankelijk onderzoeksbureau, Equalis, onderzocht op validiteit en betrouwbaarheid. Dat brengt met zich mee dat de verbeterde behandelindex in 2019 gereed is ten behoeve van inkoop 2020. Ook wordt gekeken of verbetering nodig is bij de huidige uitleg over de behandelindex. De zorgverzekeraars hebben hiermee de lat hoger gelegd dan de afspraken in het HLA PZ en kiezen daarbij nadrukkelijk voor het volgen van een zorgvuldig traject.

In de komende periode zullen partijen om tafel gaan om met elkaar te bespreken welke instrumenten nodig zijn om tot een resultaatindex te komen.  De input hiervoor komt mogelijk van een ander kwaliteitsproject van het HLA PZ dat binnenkort start. Ook worden praktiserende fysiotherapeuten betrokken om mee te denken over de verdere vormgeving.

Zorgverzekeraars hebben een belangrijke rol in het zorgstelsel door via het inkopen van zorg afspraken te maken over de kwaliteit en doelmatigheid van zorg. Dat doen zij in onderlinge concurrentie. Er worden daarom in het HLA PZ geen landelijke afspraken gemaakt. De behandelindex is voor zorginkoop een belangrijk instrument om de variatie van praktijken in kaart te brengen en te beoordelen. Het is van belang dat het hierbij gebruikte instrument van voldoende kwaliteit is. Equalis heeft in een onderzoek geconcludeerd dat de behandelindex inderdaad geschikt is voor zorginkoop en heeft daarbij suggesties gedaan voor verbetering. Deze adviezen zijn onderdeel van het plan van aanpak dat nu wordt uitgevoerd.

Directe toegankelijkheid – individueel beleid zorgverzekeraars

Een specifiek onderdeel van het akkoord is het onderzoek op welke wijze directe toegang van paramedische zorg in wet- en regelgeving is geregeld in relatie tot het individuele beleid van zorgverzekeraars. Gezien hun wettelijke rol en verantwoordelijkheid borgen zorgverzekeraars via zorginkoop de kwaliteit van zorg en de beheersing van zorgkosten. In dit kader kunnen zij dus om een verwijzing vragen.
Inmiddels is geïnventariseerd welke verschillen er zijn tussen de zorgverzekeraars en vervolgens wordt er gekeken naar de achtergronden hiervan. Het doel is om te onderzoeken of er mogelijkheden zijn voor uniformering van deze verwijzingen.

Reductie regelgeving en administratieve lasten

In het traject van het verminderen van administratieve lasten en regeldruk wordt ook voortgang geboekt. De wens om dit tot een minimum te beperken wordt door alle partijen onderschreven. Voor verantwoording van de zorgkosten is een zekere administratie echter noodzakelijk en wettelijk verplicht. Maar het is goed om kritisch te kijken naar wat er echt nodig is en dus waar reductie mogelijk is, worden daarom ook stappen gezet. De verplichting voor een herhaalverwijzing bij chronische aandoeningen is bijvoorbeeld komen te vervallen, er is een standaard doorlooptijd van machtigingen ingevoerd en een uniforme dataset van verwijsgegevens samengesteld. Daarnaast zijn er diverse formulieren geüniformeerd.

In de contracten zijn de algemene bepalingen geüniformeerd en gedeeltelijk geëffectueerd. In geval van meerjarige contracten kan dat uiteraard pas na het aflopen van de overeenkomst. Ook voor de declaratieparagraaf ligt inmiddels een voorstel bij zorgverzekeraars voor verdere uniformering. Met betrekking tot de DCSPH-codes is er inhoudelijke overeenstemming bereikt over uniformering en er wordt nu gekeken naar de impact en de implementatie ervan. Voor de zorgverzekeraars en de EPD-leveranciers betekent dat bijvoorbeeld een aantal implementaties in hun systemen. Tot slot wordt een onderzoekstraject gestart voor eventuele vervanging van de complexe DCSPH-systematiek.

Naast het HLA PZ lopen er ook andere schrapsessies van administratieve lasten, geïnitieerd door de VvAA. Voor een deel betreffen dit dezelfde punten als al in het HLA PZ aan de orde zijn. Er is afgesproken dat er niet op twee tafels tegelijk wordt gewerkt. Nieuwe punten worden beoordeeld en eventueel opgepakt en lopende punten uit het HLA PZ worden op deze tafel behandeld.

Samen doorpakken

Volgens de zorgverzekeraars is er al veel bereikt en is de uitwerking van de afgesproken trajecten ter hand genomen. Maar er is ook nog een hoop te doen en soms kost het tijd voordat er tastbare resultaten zijn. De verschillende projecten uit het akkoord zijn veelal eerst zorgvuldig geïnventariseerd om scherp te krijgen wat er nodig is. Vervolgens wordt dit uitgewerkt om daarna te kunnen implementeren. Het is dan ook belangrijk om de juiste verwachtingen te hebben en zicht te hebben op het tijdpad.  Daarom is het van belang dat de partijen samen blijven doorpakken om het huidige draagvlak te behouden en het akkoord tot een nog groter succes te maken.